Haller langs de meetlat: ‘Statistieken spreken kritiek tegen’

Recordaankoop Sébastien Haller begon goed bij Ajax, maar de laatste weken nam de kritiek toe op de Frans-Ivoriaanse spits. Het Parool kwam met een uitgebreide analyse over de eerste maanden van Haller in het shirt van de Amsterdammers.

Haller is in 17 officiële duels betrokken geweest bij 17 doelpunten (10 goals, 7 assists). Het Parool vergeleek hem met zijn voorgangers. Dusan Tadic (17 duels als centrumspits), Lassina Traoré (21), Kasper Dolberg (21), een teruggekeerde Klaas Jan Huntelaar (22), Kolbeinn Sigthórsson (20), Dmitri Bulykin (26) en Danny Hoesen (34) hadden allen meer duels nodig voordat de doelpuntenteller op 10 stond. Alleen Arkadiusz Milik kwam sneller tot 10 Ajax-goals in dit spitsengezelschap (9 duels), maar de Pool werd hierbij flink geholpen door 8 bekerdoelpunten tegen JOS Watergraafsmeer en SV Urk’, schrijft het.

‘Kansen laat Haller tot nu toe relatief weinig liggen bij Ajax. In de eredivisie eindigt 22 procent van zijn doelpogingen in een goal. Van de 22 spelers die dit seizoen minstens 8 doelpunten uit open spel maakten in de eredivisie, hebben alleen AZ-spits Myron Boadu (30 procent), Vitesse-aanvaller Armando Broja (29 procent) en ploeggenoot Davy Klaassen (25 procent) een hoger scoringspercentage bij hun schoten’, tekent men op. 

‘Maar het missen van kansen wordt Haller niet zozeer verweten. De kritiek luidt vooral dat de Ivoriaanse Fransman moeite heeft met meevoetballen’, weet Het Parool. ‘De harde cijfers spreken dit kritiekpunt tegen. Van alle centrumspitsen in de eredivisie is Haller bij de meeste passes betrokken (32 per wedstrijd), creëert hij de meeste schietkansen voor ploeggenoten (1,5) en laat hij na Vangelis Pavlidis (Willem II) en Donyell Malen (PSV) de meeste geslaagde passeeracties noteren (1,6 per wedstrijd). Alleen Tadic (10) en Steven Berghuis (6), de creatieve elite van de eredivisie, verzorgden meer assists dan Haller (5) in de eredivisie sinds zijn terugkeer naar Nederland.’