Groot Ajax-talent voegt zich in illuster rijtje

Ajax beschikt ook dit seizoen weer over een handvol eigen talenten die de grote droom hebben om binnen afzienbare tijd de wereldtop te bestormen. Met jongens als Jurriën Timber, Ryan Gravenberch, Kenneth Taylor en Devyne Rensch beschikt Erik ten Hag over voldoende doorstroming vanuit de jeugdopleiding. De laatste tiener is sinds de jaarwisseling zijn concurrent Sean Klaiber voorlopig voorbij.

De hoofdstedelingen hebben in de eerste twee decennia van de eenentwintigste eeuw een lange traditie van rechtsbacks die uit de eigen jeugdopleiding afkomstig zijn. Het lukte in verschillende periodes Gregory van der Wiel, Ricardo van Rhijn, Kenny Tete, Noussair Mazraoui en Sergino Dest allemaal om het eerste elftal van Ajax te bereiken. De transfers naar onder meer Paris Saint-Germain en Barcelona bewezen dat ook buitenlandse clubs onder de indruk zijn van de kwaliteiten van de opgeleiden achterhoedespelers, die vervolgens lang niet allemaal slaagden.

De reden van de transfers is waarschijnlijk te vinden in de gezonde Amsterdamse bluf die de talentvolle backs op hun eigen manier op de mat brengen. Het is dan ook niet verassend dat ook Rensch inmiddels erin slaagt om door te breken. Als Talent van de Toekomst, een prijs die hij na het seizoen 2019/2020 kreeg als Talent van het Jaar, bewees hij al eerder dat hij een speler was waarmee de voetbalwereld in de toekomst rekening moest houden. Met zijn zeldzame kwaliteiten lijkt hij de ideale opvolger van Mazraoui, mocht de Marokkaans international na dit seizoen naar het buitenland vertrekken.

Talentvol

Wie Rensch dit seizoen in het elftal van Ten Hag ziet voetballen, kan nauwelijks indenken dat hij vijf jaar geleden nog bij een amateurvereniging in zijn geboorteplaats speelde. Bij VV Unicum uit Lelystad, een vereniging die met zijn eerste team uitkomt in de tweede klasse zaterdag, was Rensch tot dan toe elk weekend te vinden. In de zomer van 2016 kreeg hij echter de mogelijkheid om in de jeugdopleiding van Ajax plaats te nemen, een aanbod die hij graag met beide handen aangreep. Het bleek voor Rensch de opmaat naar een snelle ontwikkeling richting het eerste elftal.

De verdediger behoorde samen met Naci Ünüvar jaarlijks tot de grootste talenten van zijn lichting. Ajax besloot het tweetal steeds door te schuiven naar een hoger team, zodat ze meer weerstand zouden krijgen en hun niveau verder omhoog zou gaan. Niet alleen bij zijn club deed hij het goed, ook in de jeugdelftallen van het Nederlands elftal blonk hij de afgelopen jaren meer dan uit. Met het winnen van het Europees kampioenschap met Oranje Onder 17 schreef hij ruim anderhalf jaar geleden sportgeschiedenis voor zijn land.

Dit seizoen kwam Rensch steeds dichter bij de A-selectie van Ajax en kreeg hij in de loop van het jaar daarin zelfs een vaste plek van Ten Hag. In december zei hij tegenover Het Parool daarover: “Ik ben blij dat ik een plekje heb gekregen in de A-selectie. Dat is een beloning, maar ik zie het ook als motivatie om nóg harder te werken. Ik mag niet gemakzuchtig worden. Dan zijn die wedstrijden in Jong Ajax gewoon heel belangrijk: vechten tegen sterke en snelle spitsen en de negentig minuten volmaken.” Toen wist hij echter nog niet welke kansen hij een maand later zou krijgen.

Concurrentiestrijd

Mazraoui was in het seizoen 2018/2019 een van de uitblinkers van de Amsterdammers. Mede door de uitstekende samenwerking met Hakim Ziyech aan de rechterkant slaagde Ajax erin om een zeer succesvol seizoen te draaien. Waar Dest hem afgelopen seizoen voorbijstreefde in de pikorde, is de Marokkaanse International na diens vertrek naar Barcelona weer de vaste speler aan de rechterkant van de verdediging. Met Klaiber haalde Ajax vervolgens een back-up voor Mazraoui in huis, maar met terugwerkende kracht is het de vraag of de club die wel nodig heeft.

Rensch bleek eerder dan gedacht in staat om het eerste team van Ajax van dienst te zijn. Eind 2020 maakte hij in de 0-5 gewonnen wedstrijd tegen FC Emmen zijn officiële debuut voor zijn club en deed dit niet geheel onopvallend. Inmiddels heeft hij alweer zes wedstrijden achter zijn naam staan, al ging het nooit om negentig minuten. Ten Hag zei daarover tegen Voetbal International: “Hij moet nu werken aan zijn inhoud, zodat hij negentig minuten kan blijven gaan. Dat hij jong en talentvol is, is meer dan duidelijk. Het is mooi voor Ajax en het Nederlandse voetbal dat er zo’n talent doorkomt.”

De groeibriljant heeft het voordeel dat hij tweebenig is, waarmee hij trainers de mogelijkheid geeft om hem ook op andere posities te plaatsen. Rensch speelde in de korte periode in de Eredivisie daardoor al aan de linker- én rechterkant. De specifieke kwaliteit geeft hem extra mogelijkheden, vertelde hij aan Voetbal International. “Opbouwend gaat het goed. Ik ben heel rustig buiten en binnen het veld. Ik ben tweebenig, mij kan je gewoon een bal inspelen in de zestien en dan kan ik rustig opbouwen”, aldus Rensch, die hoopt snel stappen voorwaarts te zetten.

Op het veld liet Rensch al verschillende keren zien dat hij in het team thuishoort, maar we vergeten bijna dat hij pas 18 jaar oud is. De verdediger moet het daarom rustig aan doen, stelt Jong-Ajax trainer Mitchell van der Gaag tegenover Het Parool. “Sommige jongens zijn ongeduldig. Maar neem nou Ryan Gravenberch. Hij heeft vorig seizoen een half jaar bij Jong Ajax gezeten en daarvoor ook al een jaar onder Michael Reiziger. Dat ging met pieken en dalen. Totdat hij op enig moment de beste was en wekelijks uitblonk. Ook Ryan heeft er heel wat vlieguren opzitten bij ons.”

Klaiber

Het is hoogstwaarschijnlijk de reden dat Ajax deze zomer Klaiber overhaalde om de overstap van FC Utrecht te maken. De rechtsback kreeg in zijn eerste maanden veelvuldig speelminuten, maar sinds het nieuwe jaar mocht hij nog niet opdraven van Ten Hag. Dat komt gedeeltelijk door de liesblessure die hij eind januari opliep, maar de ontwikkeling van Rensch kan zeker niet los worden gezien van de huidige situatie waarin Klaiber zit. Het is daarom de vraag of hij dit seizoen nog veel speelminuten in het eerste team krijgt.

Ferdi Vierklau, die tussen 1991 en 1996 voor FC Utrecht uitkwam en later van 1999 tot 2002 actief was in de Johan Cruijff Arena, stelt in gesprek met RTV Utrecht dat Klaiber het ongetwijfeld moeilijk heeft met zijn overstap naar Amsterdam. Waar presteren in Utrecht tot de mogelijkheden behoorde, mag hij bij Ajax gewoonweg geen mindere wedstrijd of training op de mat leggen. “Tijdens de trainingen ligt het niveau zo hoog”, zo weet Vierklau nog van zijn periode. “En dan moet je ook nog pieken tijdens de wedstrijden.”

Voorlopig lijkt Klaiber dan ook het onderspit te delven, maar de concurrentiestrijd is nog lang niet gestreden. Evenals elk talent zal ook Rensch zijn mindere periodes kennen, waardoor Klaiber zeker nog mogelijkheden krijgt om weer door te schuiven naar de directe positie achter Mazraoui. De Marokkaanse voetballer lijkt ondertussen hard op weg naar een mooie transfer in de zomermaanden, waardoor hij het stokje mag overgeven aan zijn opvolger. Wie dat gaat zijn, dat zal de komende maanden duidelijk worden.