FC Barcelona heeft donderdagavond geen beste beurt gemaakt in de Spaanse titelstrijd. De ploeg van Ronald Koeman worstelde met de Spaanse derdeklasser UE Cornellà en maakte pas in de verlenging het verschil (0-2), waardoor het ontsnapt aan een Real Madrid-scenario.
Koeman besloot om een aantal spelers rust te gunnen, waaronder Oranje-international Frenkie de Jong. Zonder de Nederlander liep het niet lekker bij de Catalanen. Vlak voor rust kreeg Miralem Pjanic nog wel dé kans om de score te openen, maar de Bosnische middenvelder vergat een strafschop te benutten an een overtreding op Ronald Araújo.
De misser van Pjanic hield Cornella volledig in de wedstrijd. Barcelona was vanzelfsprekend wel de bovenliggende ploeg, maar doelman Ramón Juan hield zijn doel voortdurend droog. Zo hield hij Martin Braithwaite van scoren af en ook Antoine Griezmann slaagde er niet in om de sluitpost te passeren.
Zelfs een tweede strafschop maakte niet het verschil voor Barcelona. Ditmaal faalde Ousmane Dembélé vanaf elf meter, waardoor Barcelona werd gedwongen om de verlenging in te gaan. In de tweede minuut van de verlenging maakte Dembélé alsnog het verschil door de grootmacht naar een 0-1 voorsprong te schieten. In de slotseconden maakte Braithwaite ook nog de 0-2 op aangeven van Griezmann, nadat Cornellà met tien man door moest.
Atlético wint in slotfase
In de Primera División rolde de bal donderdagavond eveneens. Koploper Atlético Madrid leek door doelman Marko Dmitrovic op puntenverlies af te stevenen, maar zijn benutte penalty bezorgde SD Eibar geen resultaat. Luis Suárez maakte het verschil met twee goals: 1-2.