‘Amateurvoetbal is Erik ten Hag rotzorg’

Ajax kreeg gisteren wel héél erg weinig tegenstand. De Amsterdammers wonnen in de eigen Johan Cruijff ArenA met speels gemak van Heracles Almelo, dat helemaal niets in de melk te brokkelen had… al helemaal niet als de topclub eventjes aanzette.

De Telegraaf analyseert vandaag: “Voetbal in een leeg stadion is een verschrikking, maar heeft af en toe ook zijn leuke kanten. Na de 3-0 van Zakaria Labyad, die uit een corner van Dusan Tadic volkomen vrij kon inschieten, galmde ’wie dekte nummer 19?’ door de Johan Cruijff ArenA. Alsof Ajax-Heracles (5-0) op zondagochtend tien uur op het vierde veld van een amateurclub werd afgewerkt.”

De krant toont zich ietwat verbaasd: “Dat was overigens een prima podium geweest voor dat duel. Het gemak waarmee Ajax de zeges in de Eredivisie aaneenrijgt en het feit dat de Amsterdammers de laatste tien minuten uit vrije wil met tien man konden spelen tegen de tien van Heracles, verraden een krachtsverschil dat eigenlijk niet in het profvoetbal thuishoort. De Ajax-spelers krijgen drie keer in de week een wattenstaafje in hun keel en neus om te kijken of ze corona hebben, maar worden in sportief opzicht zelden getest.”

Is dat erg? “Het zal Erik ten Hag terecht een rotzorg zijn. De trainer van Ajax kan dit seizoen geweldige statistieken overleggen. Natuurlijk, de duels met de andere topclubs AZ, Feyenoord en PSV staan pas na de winterstop op het programma, maar toch. Na negen duels heeft Ajax 24 punten, evenveel als in het seizoen 2006/’07, en 37 doelpunten vóór en vijf tegentreffers. De 37 gemaakte doelpunten – in negen wedstrijden – zijn een evenaring van het knappe aantal in de seizoenen 1981/’82 en 1997/’98.”