Ajax bouwt aan Zuid-Amerikaans geldpakhuis

Foto: Ajax bouwt aan Zuid-Amerikaans geldpakhuis

Vanuit de rest van Nederland wordt er soms jaloersmakend gekeken naar de financiële positie waarin Ajax zich bevindt. De Amsterdammers hebben een aantal lucratieve transferzomers achter de rug, maar zijn een aantal jaar geleden overgestapt op een ander soort aankoopmodel dan dat je de voorgaande jaren zag. Daardoor bouwt Ajax aan een bodemloze geldput die hen in de toekomst dichter bij de Europese top moet brengen. 

De tijd dat Ajax als dé grote opleidersclub van Nederland bekend stond, lijkt verleden tijd. Jeugdspelers van de Amsterdammers halen nog met enige regelmaat het eerste elftal, maar de afgelopen jaren werden ook andere aankoop strategieën toegepast om het vlaggenschip te versterken. Waar in de jaren na de Fluwelen Revolutie de bodem van de clubkas langzaam uit het zicht verdween, lijken de beleidsbepalers van nu te kunnen zwemmen in het geld. Daardoor kan Ajax zich een nieuwe positie op de transfermarkt veroorloven, één die mogelijk nóg meer geld binnenbrengt bij de club uit de hoofdstad. 

Ajax als poort naar Europa

Sinds de komst van Henk Veldmate naar Ajax (2016) geldt Ajax voor Zuid-Amerikaanse spelers als een toegangspoort naar de Europese competities. Veldmate was bij FC Groningen onder andere verantwoordelijk voor de ontdekking van Luis Suárez en heeft een uitgebreid netwerk op het continent. Door de scoutingspositie in Zuid-Amerika te verstevigen, zorgt Ajax ervoor dat er een nieuwe (potentiële) goudmijn op touw gezet werd. 

Hoewel de club nog steeds jeugdspelers uit eigen kweek laat doorstromen naar het eerste elftal, met de 18-jarige Ryan Gravenberch als meest recente voorbeeld, en de Europese velden blijft afstruinen om jongens op 16-jarige leeftijd naar Amsterdam te halen, leert de geschiedenis dat het verhandelen van Zuid-Amerikaans voetbaltalent uiterst lucratief is. 


Ajax probeert de afgelopen jaren, naast de andere strategieën, zich in de Zuid-Amerikaanse markt te vestigen als de poort naar de Europese topcompetities. Deze positie nemen clubs als Shaktar Doenesk en FC Porto al jarenlang in en die werkwijze heeft deze clubs geen windeieren gelegd. Dat Ajax deze stap zette, was dus geen grote verrassing. Dat geldt ook voor het feit dat de Amsterdamse aankopen uit Zuid-Amerika wisselend succes hadden. 

Colombiaanse test

Veel financieel nadeel had de club daar echter niet van. Eén van de eerste aankopen van Ajax waren drie Colombiaanse spelers: rechtsback Luis Manuel Orejuela (3 miljoen euro), spits Matteo Cassiera (5,5 miljoen euro) en centrale verdediger Davinson Sánchez (5 miljoen euro). Het trio geldt een beetje als de testcase voor de Amsterdammers die, als je kijkt naar het aantal speelminuten en de clubs waar de spelers naar vertrokken, voor 33% slaagde. 

Wanneer je kijkt naar de winst die de Amsterdammers over het totaalpakket boekte, kun je wél spreken van een onverdeeld succes. Cassiera en Orejuela braken nooit door in de hoofdmacht van de Amsterdammers en vertrokken door de achterdeur, maar dat kan je niet zeggen van Sánchez. De Colombiaanse centrumverdediger wist vanaf het eerste moment te overtuigen en was na één seizoen al onhoudbaar voor Ajax. Tottenham Hotspur betaalde uiteindelijk een dikke veertig miljoen euro om de international naar Engeland te halen, een bedrag waarmee Ajax ook de aankoopsommen van de twee mislukte Colombianen mee terugverdiende en daarna nog zo’n twintig miljoen euro winst overhielden. 


Dappere strijders

Dat geld werd aangewend om spelers zoals Nicolas Tagliafico (vier miljoen euro), Lisandro Martínez (zeven miljoen euro) en Edson Álvarez (vijftien miljoen euro) aan te trekken. Net zoals bij de Colombiaanse aanwinsten, kan je tot nu toe zeggen dat bij dit trio maar één speler het tot nu toe gemaakt heeft in het shirt van de Amsterdammers. 

Alleen Tagliafico zal op dit moment worden herinnerd als echte topaanwinst. De Argentijnse linksback, die op het punt staat om zijn contract te verlengen in Amsterdam, heeft niet alleen op sportief vlak progressie gemaakt in het Ajax-shirt. De transferwaarde van de kleine vleugelverdediger nam een grote sprong sinds zijn komst: volgens Transfermarkt is zijn marktwaarde zo’n 28 miljoen euro, een bedrag dat waarschijnlijk nog gaat stijgen als zijn contract verlengd wordt. 


Maar niet alleen Tagliafico, ook de waarde van Martínez is – ondanks zijn geringe inbreng dit seizoen – bezig aan een forse opmars. De multifunctionele Argentijn, die sinds zijn komst tot één interland kwam, vertegenwoordigt nu een waarde van zo’n 20 miljoen euro. Dat zou betekenen dat hij zijn aankoopbedrag bijna verdrievoudigd heeft sinds het moment dat Ajax hem aantrok. Dat kunnen we echter niet stellen van Álvarez: de Mexicaans international werd voor 15 miljoen euro overgenomen van Club America Mexico en zijn marktwaarde wordt op dit moment op 8 miljoen euro geschat. Datzelfde kan gezegd worden de komst van Lisandro Magallán (Boca Juniors), waar Ajax uiteindelijk geen verlies op maakte. 

Braziliaans samba-kwartet

Het echte transfervuurwerk zal echter van de Braziliaanse voorhoedespelers moeten komen. Traditiegetrouw zijn aanvallers meer waard dan middenvelders en verdedigers en daarom is het ook niet gek dat Ajax de afgelopen seizoenen de grootste bedragen uitgaf aan voorhoedespelers uit Zuid-Amerika. Eerst kwam David Neres (12,5 miljoen euro) over van São Paulo en deze zomer volgde Antony (minimaal 15,25 miljoen euro) zijn voorbeeld. 

Dat Antony een veel kortere aanpassingsperiode had dan zijn landgenoot, laat ook zien dat Ajax op andere vlakken progressie heeft geboekt. Dat is echter nog niet terug te zien in de stijging van de marktwaarde van de 20-jarige vleugelspeler, die op dit moment zo’n 18 miljoen euro waard is. Neres’ zijn transferwaarde nam na een half jaar wél een vogelvlucht; de linksbenige vleugelspeler is op dit moment de meest waardevolle speler uit de Ajax-selectie met een marktwaarde van 36 miljoen euro. Doordat de tweevoudig Braziliaans international nog een contract heeft tot 2023 zal hij bij een transfer in de nabije toekomst waarschijnlijk nog meer opleveren. 


Naast Antony en Neres heeft Ajax nog twee Brazilianen onder contract staan: Danilo Pereira kostte Ajax twee miljoen euro en is op dit moment bezig aan een sterke opmars op huurbasis bij FC Twente, waardoor zijn waarde op dit moment drie miljoen euro is. Aanvallende middenvelder Giovanni werd dit seizoen transfervrij overgenomen van Santos en zal Ajax dus, bij welke transfersom dan ook, een winst opleveren. 

Bodemloze geldput

Dat Ajax naast eigen jeugd en het op jonge leeftijd contracteren van (buitenlandse) talenten nu met de Zuid-Amerikaanse markt nog een inkomstenbron aanboort, zorgt voor het begin van een bodemloze geldput voor de Amsterdammers. Het kan zich zelfs veroorloven om een aantal miskopen te doen; één speler voor een hoog bedrag verkopen dekt die kosten vaak én zorgt ervoor dat er nog een (kleine) winst te boeken valt na de aftrek daarvan.

Dat de Amsterdammers de met laatste Zuid-Amerikaanse aankopen vrijwel alleen maar schoten in de roos heeft gehad, maakt de financiële toekomst voor de recordkampioen nog rooskleuriger dan dat deze al was. Helemaal wanneer de transfermarkt na de corona-crisis weer op volle toeren draait, zal er aan inkomsten geen tekort zijn in de hoofdstad.

Welke transferstrategie is het beste volgens jou?

  • Zuid-Amerikaanse markt
  • Eigen jeugd doorstromen
  • Jonge spelers contracteren
1645+ Votes

Lees meer

Deel op sociale media:

Wat kost gokken jou? Stop op tijd | 18+ | loketkansspel.nl | Gokken kan verslavend zijn, deel deze inhoud niet met minderjarigen | Algemene voorwaarden zijn van toepassing | #Advertentie