Buitenlandse investering kost Feyenoord tientallen miljoenen

Feyenoord hoopt binnenkort een buitenlandse investeerder te vinden om de club extra financiële armslag te geven. De Rotterdammers zouden een aandelenpakket van 49% willen verkopen aan een externe partij, waarmee zo’n honderdvijftig miljoen euro binnengehaald zou kunnen worden. Er is echter een addertje onder het gras: dit aandelenpakket is niet in handen van de club, maar van de Vrienden van Feyenoord. 

Feyenoord heeft volgens De Telegraaf de investeringsmarkt al verkend en zou met de Amerikaanse investeringsbank Lazard aan het kijken zijn of er een investering mogelijk is. De Rotterdamse club zou een minderheidsbelang van de aandelen (49%) willen verkopen aan een buitenlandse investeerder om zo het financiële gat tussen de Rotterdammers en de rest van de traditionele top drie (Ajax en PSV, red.) te verkleinen. Er zit echter één grote haak aan deze mogelijke overeenkomst: Feyenoord is op dit moment ‘maar’ voor een dikke 50% eigenaar van de eigen club. 

Vrienden van Feyenoord

De Rotterdammers verkochten een kleine tien jaar geleden al 49% van de aandelen aan een investeringsmaatschappij: de Vrienden van Feyenoord (verder: VvF). De groep met welvarende Feyenoord-fans zorgde met een slordige dertig miljoen euro ervoor dat de Rotterdamse grootmacht van een faillissement werd gered, maar kregen daarvoor wel een hoop aandelen van de club in handen. Feyenoord N.V., zoals de club officieel als bedrijf heet, werd door die dertig miljoen euro voor 51% eigenaar van de club terwijl de VvF het overige deel van de aandelen in beheer kreeg. 

Sinds het moment dat de Vrienden van Feyenoord instapten, zijn er dus twee eigenaren van de club: Feyenoord N.V. (51%) en de VvF (49%). Omdat het om een reddingsactie ging – Feyenoord had een negatief eigen vermogen en stond op de rand van de financiële afrond in 2010 – spraken de investeerders en de club af dat het aankoopbedrag van de aandelen op elk moment teruggekocht konden worden voor dezelfde prijs als het aankoopbedrag óf dat de VvF dit pakket kon doorverkopen aan een derde partij, bijvoorbeeld een Amerikaanse investeringsbank. 

Terugkopen aandelen Vrienden van Feyenoord

De berichten dat Feyenoord met een investeringsmaatschappij in onderhandeling is over het verkopen van het aandelenpakket van 49%, gaat dus over het eigendom van de VvF. Het is natuurlijk ook een mogelijkheid dat Feyenoord een groot deel van haar eigen aandelen verkoopt, al lijkt het onwaarschijnlijk dat de organisatie de club helemaal uit handen wil geven: door 51% van de aandelen in eigen beheer te houden, zorgt Feyenoord ervoor dat het nog steeds de meeste zeggenschap heeft binnen het bedrijf (lees: club). 

Verkoopt de VvF haar aandeel van 49% van Feyenoord, dan ziet de Rotterdamse vereniging daar in theorie helemaal niets van terug en verdient niet Feyenoord, maar de mensen die hebben meebetaald aan de 30 miljoen euro uit 2010 de dikke investering. Met andere woorden: Feyenoord loop in dat geval een slordige 100 miljoen euro mis. Wanneer Feyenoord die investering voor zichzelf wil houden, zal het dus éérst de aandelen van de VvF terug moeten kopen. 

Bij de overname in 2010 werd er afgesproken dat dit voor 30 miljoen euro kan en dat Feyenoord, bij positieve bedrijfsresultaten, ook losse aandelen kon terugkopen van de VvF. Dat gebeurde de afgelopen jaren ook al: vorig seizoen kocht de club voor 1,16 miljoen euro aandelen over en na het Champions League-seizoen van 2017 betaalde het al 3,5 miljoen euro voor een ander deel van de aandelen. Met andere woorden: de club zou nog een slordige 25 miljoen euro op tafel moeten leggen om weer volledig eigenaar van de club te worden en dus óók de toekomstige investering te kunnen innen. 

Financiële klapper 

Dat laatste leidt tot een pijnlijke spagaat. Die 25 miljoen euro zal Feyenoord moeten overmaken vanuit het eigen vermogen, dat volgens het laatste jaarverslag van de club op een ruime 18,5 miljoen euro staat (per 30 juni 2020). Feyenoord komt dus zo’n 6,5 miljoen euro tekort om de aandelen van de VvF weer over te nemen.
Dat betekent dat op dit moment niet de club Feyenoord, maar de investeringsmaatschappij Vrienden van Feyenoord voor een grote financiële klapper staat. 

Het is in theorie wel mogelijk dat Feyenoord de aandelen uit het eigen beheer verkoopt, maar dan houdt de club geen enkele zeggenschap meer over in de eigen vereniging en maken de Vrienden van Feyenoord samen met de aan te trekken investeringsmaatschappij de dienst uit. Dat is volgens de supportersverenigingen een onbespreekbaar scenario. 

Een andere mogelijkheid is het verkopen van één of meerdere spelers uit de selectie. De enige spelers die een dergelijke marktwaarde vertegenwoordigen zijn ook de sterkhouders van het elftal, waardoor sportieve prestaties in het geding kunnen komen. Bijvoorbeeld: op het moment dat Feyenoord Steven Berghuis in de winterstop verkoopt voor acht miljoen euro – bedrag moet dan wel direct overgemaakt worden – kan het in één klap de aandelen van de VvF terugkopen. Bijkomend nadeel is dan wel dat de club zijn sterspeler kwijt is. 

Pijnlijke spagaat

De derde, en misschien meest realistische, oplossing is om een lening af te sluiten (bij VvF of andere financiële instelling) voor de overige miljoenen. Door de corona-crisis moet Feyenoord rekening houden met een verliesgevend seizoen, waardoor het eigen vermogen van de club sowieso aangesproken moet worden. Als daar óók nog eens zo’n twintig miljoen euro vanaf moet omdat de club de VvF moet uitkopen om een investering binnen te halen, is het financiële risico (te) groot. 

Welke route Feyenoord ook kiest: om (1) een meerderheidsbelang in de club te houden en (2) te kunnen profiteren van de externe kapitaalinjectie, zal het eerst tientallen miljoenen euro’s moeten neer tellen om überhaupt de aandelen te kúnnen verkopen aan een andere investeerder. Doen ze dit niet, dan moet de Rotterdamse club kiezen tussen twee horrorscenario’s: de VvF strijkt dan de 130 miljoen euro op of het beleid van de club wordt bepaald door de VvF en een externe partij.