AC Milan presteert al jarenlang erg mager en wordt door menigeen dan ook gezien als een gevallen grootmacht. De voormalig Chinese eigenaar Yonghong Li probeerde de club nieuw leven in te blazen en hoopte een opvallende transfer af te ronden.
Li werkte zich in de schulden door AC Milan in 2017 over te nemen, maar volgens oud-directeur Marco Fassone, besefte de Chinees niet hoe moeilijk het was om die terug te betalen. "Hij wilde veel geld uit geven. Zo hadden we een budget van 70 miljoen euro voor een nieuwe aanvaller", zegt Fassone in een interview met La Gazzetta dello Sport. "We waren dichtbij het aantrekken van Álvaro Morata en Pierre-Emerick Aubameyang."
"Ook de naam Cristiano Ronaldo viel. Zijn komst leek in eerste instantie niet realistisch, maar uiteindelijk zaten we er nog dichtbij. Li was helemaal gefixeerd op zijn komst. Hij wilde Ronaldo koste van het kost hebben", blikt Fassone terug. Uiteindelijk werd het geen superspits die naar San Siro trok maar Leonardo Bonucci, van rivaal Juventus. Na een jaar in Milaan keerde hij weer terug naar de Oude Dame. Ronaldo verruilde vorig jaar Real Madrid voor Juventus voor honderd miljoen euro.