Opvolging De Ligt is weg vol miljoenenmislukkingen

Matthijs de Ligt was al op jonge leeftijd de steunpilaar van de Ajax-defensie. De centrale verdediger liet na zijn transfer naar Juventus (2019) een gapend gat. Sinds het vertrek van De Ligt, probeerde Ajax veel alternatieven uit. Dat leidde in sommige gevallen tot miljoenenmislukkingen, maar de oplossing lijkt voor handen. 

Matthijs de Ligt was ongetwijfeld één van de eerste namen die Ajax-trainer Erik ten Hag op het wedstrijdformulier schreef. Nadat de centrale verdediger op 17-jarige leeftijd debuteerde in het eerste van Ajax en na twee succesvolle seizoen voor ruim 85 miljoen euro naar Juventus transfereerde, wist elke voetbalfan in Nederland dat zo’n supertalent eigenlijk niet te vervangen was. 

Directeur voetbal Marc Overmars van Ajax kreeg die ondankbare taak toch toebedeeld. Hij moest op zoek naar een rechtercentrum verdediger en keek rond in Jong Ajax en op de transfermarkt. Ruim één jaar na dato, en een weg vol miljoenen kostende mislukkingen verder, lijkt het licht aan het einde van die tunnel te komen. 

Het al ingekochte alternatief 

Dat Matthijs de Ligt zou vertrekken bij Ajax, stond al vast vóór de zomer van 2019. Ajax had er zelfs al op ingekocht: de jonge Limburger Perr Schuurs werd al voor twee miljoen euro overgenomen van destijds eerstedivisionist Fortuna Sittard en in januari 2019 werd er negen miljoen euro neergeteld voor Lisandro Magallán, een Argentijnse mandekker die overkwam van Boca Juniors. 

Voor Schuurs werd er een plan uitgestippeld om stapsgewijs richting het niveau van het eerste elftal te groeien.De verwachting was dat Magallán, die al ruim een jaar in de belangstelling van Ajax stond, een half jaar later de plek van De Ligt kon gaan invullen. De Argentijn werd dus al langer gevolgd én had al meer dan honderd wedstrijden op het hoogste niveau gespeeld.

Het Magallán-verhaal pakte echter anders uit dan gepland. De Argentijn bleek niet uit Ajax-hout gesneden te zijn: in het eerste half jaar, dat als aanpassingsperiode werd gezien, werd de verdediger al te licht bevonden. In de zomerse transferperiode, dezelfde waarin De Ligt naar Juventus trok, werd Magallán verhuurd aan de Spaanse La Liga-club Deportivo Alavés.

Volgende verkeerde inschatting 

Nadat De Ligt vertrok zat Ajax dus nog steeds zonder opvolger. Perr Schuurs werd na een seizoen in Jong Ajax overgeheveld naar het eerste elftal, maar bleek nog niet ver genoeg te zijn om te overtuigen naast Daley Blind. Opvallend genoeg werd er wel een centrale verdediger gehaald (Lisandro Martínez), maar dat was een linkspoot. Sven Botman gold ook nog als een alternatief, maar ook hij streed als linkspoot eerder mét Blind om een plek in het elftal van Ten Hag dan dat hij naast de oud-speler van Manchester United zou spelen.

De opdracht voor Marc Overmars was duidelijk: de transfermarkt op en een nieuwe rechtercentrale verdediger contracteren. Ajax kon met een goed gevulde portemonnee de transfermarkt op – naast de 85 miljoen euro van De Ligt harkte de club een soortgelijk bedrag binnen met de overgang van Frenkie de Jong naar FC Barcelona – en kwam uit bij Edson Álvarez van América Mexico. 

De Mexicaanse centrale verdediger, die destijds ook in de belangstelling stond van PSV en een handjevol clubs uit Europese topcompetities, koos uiteindelijk voor Ajax. Het kostenplaatje was niet misselijk: 15 miljoen euro.

Dat moest dan wel een hele goede centrale verdediger zijn, dachten de fans van Ajax. Dat bleek echter geen goede inschatting. Oók niet van de scouting van de Amsterdammers: Álvarez kwam in lang niet alle wedstrijden van de Amsterdammers in actie en áls hij speelde, deed hij dat het vaakste als meest defensieve middenvelder. Op die plek is hij ook van de grootste waarde voor de Amsterdammers. 

Het Veltman-dossier 

Ondanks dat Ajax in een paar jaar tijd zo’n 26 miljoen euro (!) uitgaf aan drie rechtercentrale verdedigers, stond er aan het begin van het seizoen 2019/2020 een oude bekende in het hart van de defensie: Joël Veltman. Het kind van de club wilde die zomer eigenlijk vertrekken, maar mocht niet van Ajax naar West Ham United verkassen omdat er te weinig alternatieven waren als rechtercentrale verdediger. 

De 22-voudig international van het Nederlands Elftal legde zich neer bij de beslissing van de club waar hij zijn jeugdopleiding genoot. Hij kwam in zijn laatste seizoen nog 30 keer uit voor de Amsterdammers en hoefde zijn plaats een enkele keer af te staan aan de man die, twee jaar na zijn komst bij de club, nu klaar moet zijn voor het grote werk: Perr Schuurs. 

Grijpen naar De Toekomst 

Die enorme uitgaves van de afgelopen twee transferperiodes zijn misschien ook wel de reden dat Schuurs nu de nieuwe rechtercentrale verdediger van Ajax lijkt te worden. Desalniettemin is Schuurs (20) niet heel erg ervaren op het hoogste niveau: hij speelde tot nu toe 11 keer in de eredivisie, kwam tot twee Champions League-wedstrijden en kwam net zo vaak in actie in de Europa League. Eén lichtpunt voor de Ajax-fans: Schuurs speelt een sterke voorbereiding en lijkt op het volledige vertrouwen van Ten Hag te kunnen rekenen.  

Nu ook Veltman is vertrokken (naar Premier League-club Brighton), is de 20-jarige Limburger op dit moment de meest ervaren kracht waarin Erik ten Hag het ziet zitten. Magallán was wel mee op trainingskamp in Oostenrijk, maar kwam niet in actie voor de Amsterdammers. Achter de Limburgse verdediger is de spoeling daarom vooral erg jong: alleen Jurriën Timber (19) en Deyvine Rensch (17), die in Oostenrijk als linksback in actie kwam, zijn de enige rechtspoten die in het hart van de defensie kunnen spelen.