Riechedly Bazoer maakte bij Ajax onderdeel uit van een gouden generatie met Jaïro Riedewald en Kenny Tete. De drie voetballers werden ontzettend hoog aangeschreven, maar wisten het toch niet helemaal te bolwerken bij het eerste in de Johan Cruijff ArenA.
In een interview met Voetbal International vertelt Bazoer: "Wij waren zeker de nieuwe generatie. Geen wolkje aan de lucht. Het maffe is dat die jongens die achter ons zaten, het nu doen. Eigenlijk precies zoals wij het leken te gaan doen. Je gunt het hen, je weet hoe hard ze ervoor moeten werken."
De middenvelder barstte in zijn Ajax-tijd van het zelfvertrouwen: "Doe ik nog steeds. Niet van: kijk mij eens, maar ik weet echt wel wat ik kan. Ik was vooral iets te ongeduldig. Ik schoof door naar het eerste en dacht daarna daar gewoon te blijven. Maar na het trainingskamp moest ik terug naar Jong Ajax en in de Jupiler League aan de bak. Dat leek me geen stap vooruit, maar De Boer (Frank, red.) kwam kijken en sprak met me. Rustig, je komt, je komt. Hij hield ook woord."
De carrière van Bazoer heeft inmiddels wel een krasje opgelopen, maar hij denkt zelf dat hij de top nog kan bereiken: "Ik reken erop dat ik weer terug kan komen. Waarom zou ik niet weer voor Oranje kunnen spelen?"